
Dit is de vierde keer dat ik een poging doe om een artikel te tikken over de oorlog in Oekraïne. Alles gaat zo snel, is zo veel en heeft zo’n enorme impact dat het maar niet lukt om mijn gedachten goed te ordenen en alles ook maar een beetje te doorgronden. Daar komt de escalerende gruwelijkheid van wat we zien nog bij en dat gaat geenieder in de koude kleren zitten. Met de noodzaak om in ieder geval íets op papier te krijgen, zal ik de komende periode proberen verschillende aspecten van de hele situatie enigszins te becommentariëren. Mijn eerste gedachten zullen verre van perfect zijn (waarvoor excuses), maar hopelijk goed of interessant genoeg. Vandaag: waarom deze oorlog een veel fundamentelere schok is dan je waarschijnlijk al dacht.
In dit commentaar wil ik alle meer voor de hand liggende redenen waarom dit zo’n impact op Europa heeft goeddeels buiten beschouwing laten: de grootte van de oorlog, het feit dat de (voormalig) voormalige vijand (een kernmacht) agressiever is dan in vrijwel de hele Koude Oorlog, de vele beelden die Europeanen uit Oekraine op internet en TV zien (dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld Tigray, waar de federale regering de hele regio in een communicatieblackout hadden gegooid zodat er vrijwel geen beelden naar buiten zijn gekomen), dat het een naast-ons-bed-show is, de grote aantallen vluchtelingen die opgevangen worden door de EU, dat oorlog heel wat gruwelijker gevoerd kan worden dan het Westen de afgelopen decennia heeft gedaan, dat Europeanen de effecten van deze oorlog ook zelf in het dagelijks leven gaan merken, en dat ondanks de Europese welvaart de Europeanen zich nu eigenlijk machteloos voelen. Dit zijn allemaal zeer belangrijke aspecten van de schok, maar niet waar ik het in dit artikel over zal hebben.
Wat Poetin op 24 februari met de invasie van Oekraïne fundamenteel deed was namelijk enorm: hij blies zowel het West-Europese denkbeeld van hoe de wereld werkt als de Europese na-Koude Oorlogse veiligheidsorde aan gruzelementen. Het is lastig om te onderdrijven hoe diep deze schok gaat. De ontstane situatie is mogelijk gevaarlijker dan de Cubacrisis in 1962, omdat de onzekerheid vele malen groter is. Waarschijnlijk komen er grote veranderingen aan op zowel nationaal als internationaal niveau die onze wereld voor de komende decennia gaan bepalen, net zoals na 9/11 of de Val van de Muur in 1989.

Paniek: het West-Europese denkbeeld blijkt onjuist
Grof gezegd was het West-Europese beeld van hoe de wereld werkt gestoeld op een aantal facetten:
a) het West-Europese begrip van rationaliteit is universeel (“ik ben rationeel en vind een invasie irrationeel, dus zou het niet doen; Poetin is ook rationeel en zal daarom een invasie ook irrationeel vinden, dus zou het ook niet doen”);
b) diplomatie voorkomt alle oorlog (zodoende de nog geen maand oude maar toen al achterhaalde terughoudendheid van Duitsland en linkse partijen in Nederland voor wapenleveranties “want we willen Poetin niet provoceren, we moeten de-escaleren en dit via de diplomatieke route oplossen”)
c) economische wederzijdse afhankelijkheid en de dreiging van sancties zijn voldoende afschrikking tegen agressieve oorlogen (“Poetin weet dat als hij aanvalt hij zwaar gaat lijden onder economische sancties en hij is afhankelijk van de Europese markt, dat kan hij zich niet veroorloven”).
Ondanks dat men dus geheel in lijn van de genoemde facetten: a) een invasie irrationeel achtte, b) veel moeite gedaan had voor diplomatie, en c) decennia ingezet had op economische samenwerking en gedreigd had met sancties, zette Poetin de oorlog toch door en nam bovendien niet eens de moeite om een minimaal geloofwaardige casus belli (“rechtvaardiging voor oorlog”) te presenteren; een absoluut minimum voor de internationale politiek. De rechtvaardiging van Nazi-Duitsland om Polen binnen te vallen in 1939 was nog geloofwaardiger dan wat Poetin liet zien. Daar kwam nog bij dat de Verenigde Staten al wekenlang het invasieplan van de internationale daken aan het roepen was (iets wat West-Europeanen overigens wekenlang hebben lopen bagatelliseren als “te alarmistisch”).
Praktisch betekent dit dat Poetin in één ruk de volledige West-Europese wereldvisie als een tapijt onder West-Europa vandaan getrokken heeft. West-Europa is aan het vallen in een zee van onzekerheid en probeert met lichte paniek een houvast te zoeken. Dit is m.i. ook deels waarom we van Europese landen en burgers veel (terechte!) solidariteit voor Oekraïne zien en zijn veel (terechte!) sla-gevoelens richting Poetin, maar een coherent plan lijkt een beetje te missen. In verschillende (binnenlandse) discussies zien we de dit ook terug. Al meer dan een week zit de ene kant van het oorlogsspectrum te roepen om een vergezochte, gevaarlijke en beperkt effectieve no-fly zone. De andere kant van dit spectrum zit lege mantra’s te herhalen zoals “stop de oorlog”, “we roepen op tot een staakt-het-vuren” en “er moet ingezet worden op de-escalatie, dus stop de wapenleveranties!”, zonder ook maar enig idee te geven van HOE dat dan bereikt zou moeten worden los van het magisch proclameren. Dit zijn emotionele paniekreacties nadat de bestaande denkbeelden op 24 februari onwaar bewezen werden.
Dit moet snel wat meer nuance en diepgang krijgen, want het is vrij duidelijk dat West-Europa zich niet alleen nu pas realiseert hoe kwetsbaar het “ineens” blijkt te zijn, maar ook dat ze (door de opofferingsbereidheid van Oekraïners voor hun vrijheid en onafhankelijkheid) zich nu pas beseft dat vrijheid écht een prijs heeft (en niet alleen tijdens de toespraken op 4 mei). Zodoende dat de laatste dagen media en politici in verschillende Europese landen “plotseling” schrokken van de verloederde staat van onze krijgsmachten, en zich allemaal “plotseling” beseften dat onze energie-afhankelijkheid echt een heel slecht idee is. Het beste voorbeeld hiervan is Duitsland, dat decennialang besloot niet te investeren in Defensie, kerncentrales te sluiten en Russisch gas dé hoeksteen voor de energietransitie te maken, en nu er nu ineens achter komt dat hun hele Ruslandpolitiek een enorme misvatting is geweest en het een grote ommezwaai moet maken.
West-Europa besefte zich ondanks decennia aan waarschuwingen veel te laat dat je het niet kunt veroorloven om geen veiligheidsstrategie te hebben, jezelf constant meer afhankelijk te maken van een potentiële tegenstander en je krijgsmachten te laten verloederen. Voor Oekraïne komt dit waarschijnlijk te laat en West-Europa had het waarschijnlijk na de annexatie van de Krim in 2014 al moeten realiseren; deze schande zal West-Europa moeten erkennen en er harde lessen uit trekken om een nog ergere herhaling in de toekomst te voorkomen.

Chaos: implosie van de Europese veiligheidsorde
Naast de totale vergruizing van de West-Europese kijk op de wereld heeft Poetin door de invasie ook de moeizame maar voorzichtige machtsbalans in Europa aan barrels geblazen. Er is een nieuwe situatie ontstaan: Poetin probeert eenzijdig de status quo te veranderen. Hij heeft eigenlijk de tafel met spelkaarten omgegooid om zo het spel proberen te winnen. Dit betekent dat wat tot 24 februari taboe was, nu niet meer taboe is. Voor het Westen is het dus zaak om zo snel mogelijk hun oude kaarten terug op tafel te krijgen, maar tegelijkertijd ook nieuwe kaarten neer te leggen, om er zo met een betere hand uit te komen in de nieuwe status quo. Poetin wil in Europa een nieuwe balans in zijn voordeel; dat moet tegenbalans krijgen.
Dit is iets dat bij veel mensen nog niet helemaal doorgedrongen is; ze zitten nog vast in het pre-24 februari denken, waar veel taboes nog wél bestaan. Volgens deze mensen mag je niet zeggen dat Oekraïne op termijn bij de EU en/of NAVO mag (want dan provoceer je Poetin), moet je geen troepen plaatsen aan de oostgrens van de NAVO (want dan provoceer je Poetin), en moet je Zweden en Finland niet toelaten tot de NAVO (want dan provoceer je Poetin). Ondertussen is Poetin aan de lopende band taboes aan het breken en het Westen aan het provoceren: hij start een oorlog tegen een soeverein democratisch Europees land waar de NAVO goede banden mee heeft, hij annexeert praktisch Belarus en dreigt openlijk met kernwapens. Dat het Westen zich vervolgens wél aan allerlei pre-24 februari taboes zou moeten houden lijkt mij vrij letterlijk een waanzinnig idee.
Wat je als NAVO doet in Oekraïne zelf qua militaire steun moet je een beetje mee uitkijken, maar bij allerlei andere zaken heeft Poetin het recht vergooid om het “provocerend” te vinden. En als hij al iets provocerend vindt, dan kan hij er op het moment weinig tegen doen: hij heeft immers zijn eigen kaarten ook van tafel gegooid en heeft dus geen invloed meer om het tegen te houden. In dat opzicht is er helemaal niks tegen Zweedse en Finse toetreding tot de NAVO; ik zou zelfs betogen dat dat juist nu het noodzakelijk pad is om erger te voorkomen. En wat kan Poetin daar dan tegen doen? Zijn (tegenvallende) krijgsmacht zit vast in Oekraïne, Europa dreigen met het afsluiten van gas gaat geen effect hebben, en de handel die er nog is met de EU heeft hij zelf keihard nodig. Poetin staat internationaal uitzonderlijk zwak en politici moeten doorkrijgen dat deze oorlog een uitstekende window of opportunity is om hem op allerlei andere fronten te dwarsbomen.
Dit zijn de aspecten van de tegenbalancering waar het Westen wél duidelijke controle over heeft; los daarvan hangt er veel af van het verloop in Oekraïne. Als Poetin uiteindelijk wint is dat niet alleen verschrikkelijk voor de Oekraïeners, maar ook een grote tegenvaller voor zowel de veiligheid in Europa als dat in de wereld. De val van een democratische soevereine staat door een agressieve oorlog en de onderwerping van een heel volk, terwijl het Westen (terecht) geen oorlog met Rusland wil riskeren wegens de nucleaire dreiging, zal enorme negatieve effecten hebben op het prestige en de geloofwaardigheid van het Westen. Verder zouden de grenzen van de Russische invloedssfeer honderden kilometers opschuiven naar onze oostgrens, is er kans dat we de toegang tot de Oekraïnse graanexport verliezen en hebben we waarschijnlijk geen toegang meer tot belangrijke metalen voor zowel de technologische sector als voor de vergroening van de Europese economie.
Mocht Poetin toch verliezen, dan moeten er zo snel mogelijk duidelijke veiligheidsgaranties vanuit het Westen komen voor wat er van Oekraïne overblijft, zij het in de vorm van een EU en/of NAVO-lidmaatschap, zij het in de vorm van bilaterale veiligheidspacten. Zeker in geval van een halve overwinning door Poetin (waarin bijvoorbeeld neutraliteit afgedwongen wordt) is er geen enkele garantie dat Poetin een jaar later niet gewoon weer binnenvalt. Er is ook goede kans dat Rusland economisch zo toegetakeld is dat het gaat integreren met de Chinese economie om te overleven, wat de vorming van een enorm geopolitiek machtsblok zou betekenen en een verdere opdeling van de wereld tussen democratieën en autocratieën. Ook hier moet het Westen beducht om zijn en goed opletten wat er rond Taiwan gebeurt.
Afsluitend
Samenvattend gaan we een zeer onzekere en gevaarlijke tijd tegemoet. In de Koude Oorlog waren de verhoudingen tussen Rusland, China en het Westen vrij duidelijk; op het moment is dat geheel niet het geval. Er moet daarom een grote herijking plaats vinden in met name West-Europa over hoe de wereld eigenlijk werkt, wat onze veiligheidsstrategie gaat worden (ook mbt Azië) en hoe we de Europese pijler van de NAVO gaan inrichten zodat het zijn eigen broek op kan houden. Er moet een verschuiving plaatsvinden in wat we als prioriteit zien; dat zijn de komende tijd: defensie, economie (inflatie/armoedebestrijding) en energie-onafhankelijkheid. Klimaat zal een lagere prioriteit moeten krijgen dan het nu heeft, iets waar D66 niet om zit te springen. De ambitie om gidsland te zijn op klimaatgebied is een nobel (en enigszins bedenkelijk) streven, maar niet als we in een grote (economische) veiligheidscrisis zitten.
We zullen tot het einde van de oorlog (en waarschijnlijk ook daarna) veel machteloosheid ervaren, maar de harde waarheid is dat we waarschijnlijk gewoon te laat zijn om nog veel meer te doen dan we al aan het doen zijn. Allerlei andere mogelijke zaken hadden we vele jaren geleden mee moeten beginnen. Tegenover deze grote schande en de grote onzekerheid die we de komende jaren tegemoet gaan, moet stevig, realistisch en rechtvaardig beleid komen.